Selecteer een pagina

Digitale Transformatie: van data naar echte waardecreatie! 

Van applicatie centrisch naar data centrisch

Wat men tegenwoordig digitalisering noemt is in feite niets meer of minder dan de automatisering van niet- geautomatiseerde processen in de front end. We doen dit veelal om bestaande producten en diensten via een online kanaal de markt in te duwen. Door de exponentiële ontwikkeling op technologisch gebied is de kloksnelheid van de samenleving enorm toegenomen waarbij de technology push en de adaptatie hiervan door het individu los is geraakt van het absorptievermogen van organisaties. Er is inmiddels sprake van duizenden nieuwgebouwde apps die op oude ‘legacy’ systemen worden geplugd: lipstick on a pig. Hoe kan het beter?

 

De gevolgen zijn groot!

Daar waar digitalisering ooit een ééndimensionaal vraagstuk was, is het nu een multidisciplinair en holistisch vraagstuk geworden waarbij bestuurders zich vertwijfeld afvragen hoe los ik dit nu op en waar begin ik dan? Daar komt bij dat de meeste bestuurders geen affiniteit hebben met dit soort vraagstukken, menen dat het een IT vraagstuk is en het vervolgens bij procesmanagers neerleggen met de titel CIO/CDO of CTO.

Deze laatste doelgroep zijn staffunctionarissen van een cost-center die veelal rapporteren aan financieel directeuren of controllers, begrijpen de business maar matig en sorteren voor op een technocratische aanpak. Immers, ook in tijden van verandering blijven we graag doen wat we altijd deden. Technologische vraagstukken lossen we technologisch op. 

Het vraagstuk is echter existentieel geworden waarbij de concurrentiekracht, flexibiliteit en het adaptief vermogen van organisaties ver achterblijft bij de internationale ontwikkelingen. Niet alleen op nationaal- maar ook internationaal niveau zien we organisaties in zwaar weer komen omdat men technologische oplossingen zoekt die juist contraproductief werken in de huidige snelle en dynamische samenleving. Immers, de apps willen en kunnen wel, maar de achterliggende logge systemen en inflexibele capaciteit blijft organisaties afremmen. Vertraagde time to market, verlies van commercieel momentum is aan de orde van de dag. 

 

Business probleem wordt gedegradeerd tot IT-probleem

Veel organisaties realiseren zich onvoldoende dat er een paradigmaverandering plaatsvindt die op een disruptieve wijze een einde maakt aan alle conventies waar bestuurders zich zo comfortabel bij voelden. Door gebrek aan affiniteit met technologische vernieuwing, door ‘verkeerde’ inzichten en ouderwetse managementstijlen is men niet in staat om weer in control te komen. Door iteratief en ééndimensionaal het vraagstuk van innovatie en organisatiegroei aan te vliegen en van het business probleem een IT probleem te maken, om er vervolgens een inkoopprobleem van te maken, blijft de bestuurder en haar organisatie hopeloos achter de feiten aanlopen. Daarbij hoopt men op de bijzonder werking van een IT aspirine in de wc-pot die de verstopping van de riolering zal oplossen.

Wat men tegenwoordig digitalisering noemt is in feite niets meer of minder dan de automatisering van niet geautomatiseerde processen in de front end om bestaande producten en diensten via een online kanaal de markt in te duwen. M.a.w. het bouwen van duizenden apps die op oude legacy systemen worden geplugd. Of wel “lipstick on a pig”.

Legers aan adviseurs en IT leveranciers hebben de handen ineengeslagen met de CIO/CDO/CTO technocraten binnen organisaties om de digitalisering 1.0 of wel de stoomtrein 2.0 te realiseren. Er worden astronomische bedragen uit het werkkapitaal gehaald om in zeeën van tijd oude wijn in nieuwe zakken te gieten. Bestuurders worden misleid of zich laten misleiden door geweldige hosanna verhalen of worden door onkunde op een dwaalspoor gezet. Qualitate qua zien we dat de legacy systemen en daarmee het bovenliggende operating model van organisaties complexer en statischer worden. De wijze waarop IT-functionarissen, gedreven door de technology push van de markt, het probleem aanvliegen maakt het probleem alleen maar erger omdat zij de oplossing blijven zoeken in technologische hoogstandjes die de kern van het vraagstuk niet oplossen. 

 

Legacy is niet de juiste basis

Uit empirisch onderzoek is gebleken dat ca 80% van alle IT-budgetten opgaan aan het onderhoud van oude legacy sytemen waardoor er geen geld meer is voor innovatie. Mede, is gebleken dat in bijna alle gevallen de extra investeringen in IT leiden tot meer apps en dus een negatieve Return On Capital Emplyed. M.a.w. verliesfinanciering die leidt tot waarde destructie in plaats van waarde creatie.

Hier komt bij dat al die legacy sytemen applicatie centrisch zijn gebouwd. 85% van alle applicaties en 88% van alle data leveren geen bijdrage aan de waardeontwikkeling van de organisatie. Deze applicaties zijn in feite ballastfinanciering. Door nog meer werkkapitaal vrij te maken en door te blijven bouwen aan dit bouwwerk, vanuit een technocratisch perspectief, komen organisaties nooit uit deze vicieuze cirkel van kapitaalsvernietiging. Kijk naar tal van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen en zie wat er nog over is van hun beurswaarde. Kijk naar de oplopende mislukkingen en kapitaalsvernietiging van de overheid in digitaliseringsprojecten waarbij het lijkt alsof daar geen enkel project nog succesvol wordt opgeleverd.

 

Aanmodderen helpt je niet

Door Covid-19 is er een fantastische druk ontstaan op de balansen en verlies & winst rekeningen van bedrijven. Er is plotseling geen geld en geen tijd meer om op een langzame iteratieve wijze aan te blijven modderen met de digitalisering 1.0. Bedrijven als Gartner voorspellen een geweldige ratrace om digitalisering in de komende 10 jaar. Wie niet investeert in digitalisering haalt het einde van het decennium niet meer. Bedrijven gaan failliet en overheden voeren keiharde bezuinigingen door om overal geld vandaan te schrapen vanwege het failliete beleid. De rekening zal uiteindelijk bij de burger worden neergelegd. De koopkracht van de burger zal hierdoor substantieel onderuitgaan. Deze race to the bottom zal tot een algemene verlaging van onze welvaart en sociale onrust gaan leiden.

Bij bedrijven is de ernst door de disruptie van Covid19 ook gevoelig omdat bedrijven vast zitten in de convenanten van banken en geen aandelen meer kunnen uitgeven vanwege matige Ebitda resultaten. Zeker niet als er geen toekomstperspectief is op stijgende operationele cashflow, hogere Ebitda en waarde ontwikkeling van balansen. Nog los van het feit dat de grote tech-platformen met hun DATA centrische multi-sided platforms hele markten kapot zullen concurreren omdat hun cost to serve voor dezelfde diensten en producten circa een factor 4 tot 8 lager ligt dan de bestaande partijen in de markt.

 

Zoals Ollie B. Bommel zei: Tom Poes verzin een list!

De Nederlandse samenleving zit op een goudmijn maar is blind voor de mogelijkheden om decennialang geïnvesteerd vermogen dat vastzit in eindeloze hoeveelheid processen en data weer liquide te maken. Data is de nieuwe bron voor economische groei en welvaart.

Net als olie, dat sinds 1850 een ongekende welvaart en welzijn in onze samenleving heeft gecreëerd, zal data eerst moeten worden geëxploreerd vooraleer het kan worden geëxploiteerd. De berg data groeit exponentieel met de dag en dat is eerder een bedreiging dan een kans. Als we nu niet het roer omgooien zal al het geïnvesteerde vermogen van de laatste 40 jaar sublimeren en de kans op nieuwe economische groei verdampen.

 

Bedrijven moeten data centrisch worden om te overleven

De digitalisering 4.0 zegt het al; het gaat om een metamorfose waarbij data en de verrijking van data de kans bieden om alle emerging technologies in te zetten voor grote maatschappelijke welvaart. Belangrijk is te onderkennen dat organisaties eerst data- centrisch dienen te worden vooraleer de enorme bergen aan versnipperde data omgezet kunnen worden in equity. Dit is geen IT-project maar juist een business project waarin organisaties zich de vraag moeten stellen, wie en wat willen we zijn over 5 jaar in weerwil van concurrentie, wet & regelgeving, leiderschap en de broodnodige financiële re-engineering van de balans? Dus multidisciplinair!

Als een organisatie en zijn leiderschap ambitie heeft en uitdagende maar haalbare doelen durft te stellen, die verder gaan dan conjuncturele groei, dan is er ruimte!  Ruimte om te onderzoeken of het mogelijk is om de opgeslagen waarde in data liquide te maken via een multidisciplinaire business transformatie. Uit empirisch onderzoek is wederom gebleken dat 90% van alle organisaties applicatie centrisch zijn gebouwd waarbij de data is versnipperd over heel veel, soms duizenden, databases en datamodellen.

Hierdoor is het bijna onmogelijk om een efficiënt en adaptief business operating model op te tuigen. Door de transitie van een applicatie centrisch naar een data centrisch operating model versneld door te voeren ontstaat de mogelijkheid om 88% van alle ongestructureerde metadata te verwijderen tot gevolg hebbende dat 85% van alle nutteloze applicaties kunnen worden verwijderd. De opruiming die hierdoor ontstaat stelt zich garant voor een dramatische verlaging van een inefficiënte loonsom en tal van niet IT-gerelateerde kosten. Uit de praktijk blijkt dat een dergelijke transformatie cashflow neutraal te financieren is en de operationele cashflow van een organisatie exponentieel kan laten stijgen. Door deze transformatie versneld door te voeren en te koppelen aan een cloud gerelateerd operating model wordt de transformatie een business transformatie en geen ‘gekidnapt’ IT-project.

 

Leiderschap en doorzettingsvermogen: wie durft?

Het vraagt om leiderschap en om doorzettingsvermogen om alle tegenkrachten in een organisatie en de weerstand vanuit de markt te overwinnen omdat een dergelijke aanpak de rol van IT en IT-gerelateerde organisaties veelal de kop gaat kosten. Door afscheid te nemen van grote complexe IT-systemen en IT-organisaties en in te zetten op data en data centrisme kan een organisatie in een recordtijd omschakelen van een volger naar een marktleider met verbluffende financiële ratio’s. De bonus is niet alleen materieel gunstig in de zin van veel betere financiële ratio’s en een exponentiele stijging van de balanswaarde van de organisatie, maar ook in het moreel en de slagvaardigheid van de mensen in de organisatie. Slimme mensen die die zien dat door data te verrijken de organisatie efficiënter en effectiever wordt, worden veel gemotiveerder en kunnen hierdoor hun marktwaarde aanzienlijk vergroten.

Doordat organisaties gebruik maken van een data centrisch operating model zijn zij veel beter in staat om veel meer cashflow te generen waardoor de onderliggende waarde van de balans exponentieel toe gaat nemen. We weten uit ervaring dat data als immateriële activa i.c.m. substantiële cashflow leidt tot een DCF-waardering (Discounted Cash Flow) van tussen de 15 en 25 in plaats van een DCF van 3 tot 6 bij traditionele applicatie centrische organisaties…!

Met andere woorden: door data centrisch te gaan werken slaat een organisatie een grote slag omdat het enerzijds zijn historische ballast van zich kan afgooien en tegelijkertijd, als ware het een proces van communicerende vaten, waarde kan creëren waarmee de continuïteit van de organisatie wordt gewaarborgd. Het geld ligt op straat. Maar je moet wel bukken om het op te rapen. En zoals Johan Cruijff zei: “Je gaat het pas zien als je het door hebt.”